Babochka

Transformatie Coach

Transformatie Coach info@babochka.nl
06-40795496
  • Home
  • Blog
  • Cirkels
    • de Rode Tent
    • de Rite of the Womb
  • Referenties
  • Over mij, Natasja
  • Contact

Moeskimus

Een aantal jaren geleden koesterde ik een droom; ik wou graag moestuinieren met kinderen uit de buurt. ik zocht daartoe naar een geschikt stukje grond in de buurt, en stuitte op de bakken tussen de hoogbouw van de koopflats naast onze huurflat. Ik begaf me naar de avond voor de vereniging van eigenaren en diende mijn voorstel in. Dit werd afgekeurd. Niet iedereen was het er mee eens dat ik daar een tuin zou beginnen en de grond bleek te ondiep. Ik werd verwezen naar het stukje gemeenschappelijke grond van onze eigen nieuwbouwflat, maar dat stond vol beplanting door de verhuurder en was zo mogelijk nog ondieper. Daarnaast kwam daar nooit zon.

Ik liet mijn wens verder stromen maar verbond er tijdelijk geen actie aan. Op een dag viel er een kaart in mijn bus van Ymere, met de mogelijkheid om mee te doen aan de Betere Buurtprijs. Ik stroomde over van ideeën voor mijn buurt, dus vulde er een aantal in. Daarbij noteerde ik ook de moestuin.

Ik won de betere buurtprijs samen met 2 anderen uit Bos en Lommer en ik mocht mijn eigen buurtmoestuin voor kinderen beginnen. De gemeente wees mij een stuk grond toe,  wat mijn inziens in aanmerking kwam voor het project. Het was iets verderop in de buurt gelegen.

In mijn enthousiasme vergat ik de aangrenzende bewoners van de tuin te bevragen en die gingen luid trommelend de straat op dat zij géén moestuin voor hun deur wilden. Mijn ogen openden zich voor de buurt, de processen, de mensen die het voor het zeggen hebben, de do’s en dont’s. Ik raakte wel wat gedemotiveerd omdat de gemeente en Ymere al involved waren en naar ik dacht het nodige voorwerk hadden gedaan maar dat bleek geen welzijn nieuwe stijl te zijn. Ik was al zo ongeveer begonnen en vanaf nu verantwoordelijk voor zo’n beetje alles. Iedereen trok zijn handen ervan af en ik stond daar. Ik ervaarde de weerstand van de buurt als negatief maar bleef bij mijn besluit. Deze tuin zou er komen!

De gemeente vond mijn plan kennelijk wel ok en bood mij nog wat extra geld. Overigens niet voor mij, ik doe alles vrijwillig. Elk bonnetje wordt ingediend en gespendeerd aan de tuin. Ik kreeg een ruime plek toegewezen midden in een speeltuingebied. Nog verder van mijn huis. Het groen lag midden in openbare ruimte en was toegankelijk voor werkelijk elke buurtbewoner;  van spelende kleuter, tot voetballende tiener, tot schoolganger, tot straatcoach, tot moeder tot de jongens die hangen.

Welzijn dook boven op me en vroeg of ik kon gaan samenwerken met snackbar, school en kookclub. De architect van de openbare ruimte dook bovenop me en vroeg zich af of zijn plan wel gehandhaafd bleef. Ik werd verantwoordelijk gemaakt voor de grond, de omringende bewoners, de te betrekken kinderen en last but not least voor de tuin zelf.

Ik beet mij vol overgave in alle taken, maar had inmiddels het nodige geleerd van Rosa’s tuintje en besloot bepaalde taken niet tot de mijne te beschouwen. Ik deed voldoende onderzoek om te weten dat ik hier niet weggejaagd zou worden. Er kwam een perfecte schooltuinder op mijn pad, die hier zijn roots had liggen. Hij hielp me met het technische plan en het installeren van de bakken. De moestuin mocht niet rechtstreeks in de aarde maar moest in bakken. Gezien de verbinding die ik voor ogen had vond ik dat niet zo fijn. Maar deze tuinder bracht bakken zonder bodem en alsnog verbinding. Alles ging in de flow. De eerste dag was een daverend succes. Veel mensen en kinderen kwamen ondanks de enorme kou opdagen. Voor een indruk, zie hier.

Gaandeweg zag ik me in een project beland waar ik op die manier helemaal niet zo over na gedacht had. O mai, zouden de Belgen zeggen. Waar ben ik aan begonnen, dacht ik dan.

Ik volgde een cursus moestuinieren om niet door de mand te vallen, liet mijn informeren door de tuinder, die mijn tevens hielp de boel op te starten. Verder ging ik gewoon maar doen, en ontdekte ik gaandeweg wat wel en niet werkte, waar ik te laat of te vroeg mee was, hoe ik de kinderen het beste betrokken hield, etc. Ik deed alle moeite om een vrijwilliger aan me te binden. De 3e vrijwilliger die een poging deed gaf aan het wel leuk te vinden naar plantjes te kijken maar niet om in de aarde te werken.

Ik gaf het op een vrijwilliger te vinden en stond soms moedeloos alleen te ploeteren op de dagen dat er geen kind kwam opdagen. En dan ineens stonden ze er weer allemaal. Ik was ineens een juf geworden en werd aan alle kanten bevraagd.

Op een dag was daar ineens de vrijwilligster zonder dat ik het doorhad. Ze hielp me goed met de tuin en met de kinderen.

Het eerste jaar bloeide en groeide onze groenten. Vlak voordat we ze wilden oogsten werden ze onder onze neus weggepikt. Vrouwen die met tassen om 9 uur ’s morgens courgettes kwamen halen, die wij als soep aan de buurt uit hadden willen delen. Getuigen kwamen mij dit voorval melden. Ik ademde diep in en uit en begon buurtbewoners te informeren dat dit voor de kinderen was. Ik vroeg me af of het om onwetendheid, brutaliteit of armoede ging. Ik sprak straatjongeren aan met de vraag of ze een oogje in het zeil wilden houden. Ik sprak de vrijwilligster van de vrouwenochtenden aan met de vraag de vrouwen te informeren dat dit niet de bedoeling was. ik vroeg de kinderen wat we eraan konden doen en ik hoorde over camera’s en ander van dat soort oplossingen. Iets in mij wist dat het beter ging worden dus we gingen gewoon door. Opnieuw zaaien, wachten en hopen.

Stokken werden eruit getrokken, netten gesloopt, een hele bak werd boven de aarde uitgetrokken. Kinderen sprongen vanaf een aanloop midden in een bak, sigaretten werden uitgedrukt, blikjes achter gelaten. De tuin moest aan alle kanten onderzocht worden door de buurt. En wij bleven elke maandag en vrijdag om 4 uur komen om te werken, op te ruimen, te herstellen en repareren, te blijven zaaien en een enkele keer te oogsten.

Kinderen raakten gedemotiveerd en bleven soms weg. Anderen bleven komen. Die contacten werden versterkt. Samen waren we één.

Elke week plaatste ik een bericht op Facebook. Meestal positief. 1x gedemotiveerd na een slooppartij. Ik had nog nooit een krant gezien. Na dit bericht had ik na een halve dag At5, de Metro en het Parool aan de lijn. ‘Buurmoestuin wordt gesloopt’. Ik weigerde mijn medewerking te verlenen en gaf aan dat ik er zelf wel uitkwam met de buurt.

Er waren momenten dat ik in het gras ging zitten en een potje zat te huilen. Maar er was een drive in mij die doorging en die het er niet bij liet zitten.

Het tweede jaar ging het al stukken beter. Ik deed mijn energetisch werk om ook op die manier bij de tuin te zijn. Ik maakte van de buitenste bakken een bloemenrand, zodat we bescherming hadden, ik maakte het project kleinschaliger en behap baarder. Er waren minder kinderen, ik maakte het inhoudelijk simpeler. De buurt leek de tuin inmiddels geaccepteerd te hebben en het grote sloopwerk bleef uit. Alleen het bijenhotel werd tot 2x toe gesloopt maar de bijen hadden hun weg naar tuin inmiddels gevonden.

We gingen gestaag door. Er werden contacten gemaakt. Ik matchte kinderen aan elkaar die elkaar normaliter niet zo snel op zouden zoeken. Ik zocht het intercultureel. Ik liet de meer gevorderden uitleg geven aan de nieuwe kinderen en ontlaste mezelf meer en meer door uit te besteden en aan het werk te zetten. Ik wist nu wat er gedaan moest worden dus kon het overzicht beter houden. Ik begon meer en meer te genieten, liep veelal op blote voeten en kwam bijna altijd opgewekt van de tuin terug.

Ook deze zomer hielden we weer een zomerfeest met drankjes en lekker eten, kersenspit spugen en prijsjes. We maakten muziek boven de planten. De energie deed haar werk. Het was een magisch feest met mars mallows en vuur.

Ik voelde me rijk met de behaalde resultaten.

En als het najaar was, was ik ook weer blij dat ik de tuin in de doeken kon doen en aan de wilgen kon hangen tot het voorjaar. Even rust. Naar binnen. Niks.

En 3 maal is scheepsrecht. Ik gaf de tuin nog 1 jaar de kans om te slagen. En wonder boven wonder bleef alles staan, bloeide alles mooi op, konden we alles zelf mooi oogsten, aten de jongeren die hangen onze vioolbloemen, kwamen buurtbewoners geïntereseerd langs om te kijken wat we zoal verbouwden, bleef de vrijwilligster nog steeds aan. De kinderen bleven trouw komen en het werden er steeds meer.

1x hadden we een tegenvaller. Eén jongen had ruzie met een groep jongeren. Ze gingen elkaar te lijf met ijzeren stangen. Ik kwam tussen beiden en gaf te kennen dat ze die zooi weg moesten gooien. Een week later waren al onze tuintjes gesloopt.

De jongen zocht zijn heil bij de moestuin en werkt nu mee. De anderen zijn vastgelegd op camera door een aantal van de jongeren van de moestuin. Sociale buurtcontrole heet dat. Als ik wil kan ik ze vinden, deze jongens. Maar ik laat ze. Want dat wat je aandacht geeft groeit. En ik richt mijn aandacht liever op de tuin, de kinderen die komen werken en de oogst die groeit. Ze weten dat ik weet wie ze zijn en ze houden zich koest.

Mijn grote held is .. Zie hier zijn filmpje. Als ik het even niet zie zitten denk ik aan hem, en wat hij voor elkaar kreeg.

En ik zie dat wij hard bezig zijn iets soortgelijks te creeren.

En dat vervult mijn hart, op alle momenten dat ik de kinderen bezig zie.

Met de kleine diertjes, met zaadjes, met plukken van gras, met het rapen van vuil, met het boos zijn als bakken niet gerespecteerd worden, met contacten maken, met korte of lange aandachtspanne, met onderhouden, wieden en oogsten, met het feit dat elk kind wel iets haalt bij deze tuin, van groenten tot aandacht tot niks doen tot zijn.

En dat is waar ik het voor doe.

Ik ben met recht trots op onze tuin!!!

 

 

Social media

  • E-mail
  • Facebook
  • LinkedIn

Copyright © 2025 · Beautiful Pro Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in